In de zoektocht naar rendement duikelen investeerders over elkaar heen in de markt voor obligaties van opkomende landen. Een dergelijke drukke markt duidt meestal op gevaar.
In juli stroomde er meer dan 18 miljard dollar aan kapitaal in obligaties van opkomende markten. In de eerste twee weken van augustus werd voor 5 miljard dollar geïnvesteerd in obligatiefondsen van opkomende markten, zo schrijft The Wall Street Journal.
De kapitaalstromen tonen veel overeenkomsten met 2009, toen het geld na financiële crisis ook op drift raakte. En net als in 2009 is het aanbod van obligaties schaars. De uitgifte van nieuw papier ligt boven de zeer lage niveaus van vorig jaar, maar is niet genoeg om aan de grote vraag te voldoen, zo blijkt uit cijfers van Dealogic.
JP Morgan verwacht dat de vraag naar obligaties tegen het einde van het jaar met 46 procent is hersteld, gedreven door de opkoopprogramma’s van de centrale banken, pensioenfondsen en verzekeraars.
Gat vraag en aanbod heeft effect op yield
De mismatch tussen aanbod en vraag heeft een duidelijk effect gehad op de yields. Vooral bij de obligaties van opkomende markten met een hoge rating is het verschil groot. Normaal gesproken wordt schuldpapier van opkomende markten net zo verhandeld als Amerikaanse junkobligaties, gezien het niveau van wisselkoers- en politiek risico.
Volgens Moody’s wordt het staatspapier van opkomende markten echter nu net zo verhandeld als schuldpapier met een hoge rating. De grote vraag is dan ook of de rally een fundamentele verandering van de omstandigheden reflecteert?
Het herstel van de olieprijs biedt bijvoorbeeld steun aan oliegerelateerd staatspapier zoals dat van Brazilië, Rusland en Mexico. Ook is de onzekerheid over China in vergelijking met vorig jaar afgenomen.
Groot verschil
Een groot verschil ten opzichte van 2009 is volgens de zakenkrant dat de Amerikaanse Federal Reserve dit keer niet de drijvende kracht achter de kapitaalstroom in de opkomende markten is.
Volgens UBS blijven de Amerikaanse investeerders voorzichtig en zijn het vooral de Japanse en Europese investeerders die door de negatieve rentes en opkoopprogramma’s hun heil zoeken in de opkomende markten.